Antwoord mbt Telenet Digibox van de vlaamse overheid
Gezien ik niet zo'n fan ben van de Telenet DigiBox/DigiCorder heb ik enkele dagen geleden een mail verstuurd naar het kabinet van de minster van media : Geert Bourgois.
Vandaag heb ik een duidelijk geformuleerd en grondig uitgewerkt antwoord gekregen van Caroline Uyttendaele - Raadgever media (en dit tegen alle verwachtingen in):
Geachte Heer Janssens,Met belangstelling heb ik uw mail van 1 juni 2007 gelezen. U brengt enkele punten onder de aandacht waar ook wij met interesse de marktevolutie volgen en waar we, indien noodzakelijk en mogelijk, eventueel regulerend zullen optreden. Zoals u aangeeft, gebruikt Telenet DVB-C technologie gekoppeld aan een voorwaardelijk toegangssysteem (CAS of conditionnal access system) van Nagra. Ook wij stellen een beperking van de gebruiksmogelijkheden van het systeem vast. Maar dit maakt op zich geen onwettige activiteit van Telenet uit. De interactieve diensten, die de mogelijkheid bieden om actief te participeren in de informatiemaatschappij en die ook voor niet-PCgebruikers een venster naar het internet vormen, of die de mogelijkheid bieden om in uitgesteld relais te kijken via opname op de harde schijf of via bvb. “net gemist”, of die het bvb. mogelijk maken om mee te spelen in kwisprogramma’s, geven aan digitale televisie een meerwaarde voor de kijker, en hebben dus ook een bepaalde prijs. Als DVB-C ontvangstapparatuur vrij gekozen zou kunnen worden door de eindgebruiker, dan heeft dit ook een keerzijde: de interactieve diensten zullen niet automatisch werken op deze set-top-boxen, met als resultaat dat – wil men de interactieve diensten toch vroeg of laat activeren – men een nieuwe set-top-box dient aan te schaffen. Naast het analoge aanbod via de ether en de kabel kan de Vlaming vandaag ook al digitaal TV kijken, via kabel, telefoonlijn, satelliet en ether (zij het beperkt tot de openbare zenders). De keuze vandaag is dus al vrij uitgebreid. U vraagt tevens naar het optreden van de Vlaamse overheid. Hier wil ik twee bedenkingen maken:Enerzijds is het zo dat een optreden, op basis van de gecoördineerde mediadecreten, toekomt aan de Vlaamse Regulator voor de Media. Binnen de toegewezen bevoegdheden en het decretale kader zal de Vlaamse Regulator voor de Media een analyse uitvoeren van de relevante markten voor omroeptransmissie nadat de markt werd gedefinieerd. Daaruit voortvloeiend en afhankelijk van de resultaten van die analyse kan hij mettertijd aan eventuele dominante operatoren bepaalde verplichtingen opleggen. De marktdefinitie en -analyse kunnen starten na publicatie in het Belgisch Staatsblad van het decreet houdende de wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005. Dit decreet werd door het Vlaams Parlement goedgekeurd op 9 mei 2007.
Anderzijds werden reeds maatregelen genomen die een “faire verdeling van digitale televisie” teweeg brengen. De publieke omroepen zijn vandaag al digitaal en free-to-air ter beschikking via de ether. Er wordt bovendien gewerkt aan de uitbouw van een digitaal etherplatform dat mogelijks een nieuw aanbod zal brengen en een bijkomend distributiekanaal oplevert voor ontvangst van televisiesignalen. Het ongecodeerde doorgeven via de kabel van de zenders in het basispakket in “zuivere DVB-C” is een autonome keuze van Telenet.
Wat de verminderde kwaliteit van het analoge televisiesignaal van VT4 betreft en het verdwijnen van een aantal zenders uit het zenderaanbod, dien ik u te melden dat Telenet omtrent de doorgave van deze zenders autonoom kan beslissen en in deze zaak dus niet kan worden terechtgewezen, noch door de minister bevoegd voor het mediabeleid noch door het toezichthoudend orgaan voor de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Regulator voor de Media . VT4 behoort niet tot de omroepen die kunnen genieten van een must-carry statuut en die dus verplicht moeten doorgegeven worden door de kabelmaatschappijen.
.Wij blijven de ontwikkelingen in het medialandschap van nabij volgen en zullen, indien nodig en waar mogelijk, regelgevend optreden: de Vlaamse decreetgever heeft trouwens mogelijkheden voorzien om rond digitale televisie verdere regelgeving te ontwikkelen (zie artikel 154 tot 156 van de gecoördineerde mediadecreten). Ik wens echter nogmaals te beklemtonen dat de marktanalyse en het desgevallend opleggen van bepaalde verplichtingen aan de kabelmaatschappijen de bevoegdheid is van de Vlaamse Regulator voor de Media. In de hoop U hiermee van dienst te zijn geweest.Met vriendelijke groet,Caroline UyttendaeleRaadgever MediaKabinet van de Vlaamse minister van Bestuurszaken,Buitenlands Beleid, Media en Toerisme